Tips voor veilige fietsverlichting

Wat zegt de wet?

Volgens de wet moet je in het (schemer)donker en bij slecht zicht een voor- en achterlicht aan hebben. Je voorlamp moet geel of wit licht schijnen, je achterlamp rood licht. Let op: je lampen mogen niet knipperen! Verder moet je fiets reflectoren hebben op de achterkant, de trappers en op de banden. Wil je alle ins en outs weten over de wetgeving? Bekijk dan even de site van de Rijksoverheid.

Goede montage van je fietsverlichting

Alleen goede verlichting is niet genoeg, de juiste montage is net zo belangrijk. Je lampen moeten recht vooruit schijnen en moeten goed zichtbaar zijn! Er mag dus niks overheen hangen en de lampen mogen niet teveel bewegen. De scherpte van het licht Je fietsverlichting zorgt er niet alleen voor dat je goed gezien wordt, het zorgt er ook voor dat je zelf beter ziet. Fiets je op wegen met weinig straatverlichting? Kies dan voor een krachtige fietsverlichting met een lichtintensiteit van minimaal 10 Lux. Fiets je vooral op goed verlichte wegen? Dan is een lichtintensiteit van 4 Lux voldoende.

Check it out! 

Controleer regelmatig of je fietsverlichting het nog doet. En als je dan toch bezig bent; haal gelijk even een doekje over je lamp. Schone verlichting schijnt beter en is beter zichtbaar. Wil je helemaal zeker van je zaak zijn? Neem dan altijd een reservelampje en reservebatterijen mee.

De boetes

Neem je de regels niet zo nauw of gaat je fietsverlichting onderweg stuk? Dan heb je kans op de bon geslingerd te worden. Dit zijn de boetes die je opgelegd kan krijgen:

• Fietsen zonder verlichting: €55
• Geen reflectoren op je trappers: €35
• Geen reflectoren op je wielen: €35
• Geen goede rode reflectie achterop: €35

Met dat geld kun je vast iets leukers doen, toch?

Conclusie: let there be light!

Niet alleen omdat het je boetes scheelt maar vooral omdat het een stuk veiliger is!